3 november ✝ 31e zondag door het jaar

Lezingen
Evangelielezing

Lezing

Hymne

692

Psalmen

996

Lauden

Hymne

696

Psalmen

999

KS

1002

Middaggebed

Hymne

758

Psalmen

1003

KS

1006

Vespers

Hymne

698

Psalmen

1007

KS

1010

Completen

Hymne

682

Psalmen

1203

Eerste lezing

Deut. 6, 2-6

Opdat gij met uw kinderen en kleinkinderen heel uw leven Jahweh, uw God, zoudt vrezen, al zijn bepalingen en geboden, die ik u geef, zoudt onderhouden, en gij lang zoudt mogen leven.
Israël hoor ze dus aan, en volbreng ze zorgvuldig, opdat het u goed moge gaan, en gij zeer talrijk moogt worden in het land, dat druipt van melk en honing, zoals Jahweh, de God uwer vaderen, het u heeft beloofd.
Hoor, Israël! Jahweh is onze God, en Jahweh alleen!
Heb daarom de Heer lief met hart en ziel en met inzet van al uw krachten.
Houd de geboden die Ik u vandaag opleg steeds in gedachten.

Antwoordpsalm

Psalmen 18(17),2-3a.3bc-4.47.51ab

Heer, U heb ik lief, mijn sterkte zijt Gij,
mijn toevlucht, mijn burcht, mijn bevrijder.

Mijn God, de rots waar ik toevlucht vind.
Mijn schild, mijn behoud, mijn bescherming.

Wanneer ik de Heer aanroep, Hij zij geprezen,
dan doet geen vijand mij kwaad.

De Heer zij geprezen, gezegend mijn rots;
verheerlijkt zij God, mijn verlosser.

Want Gij hebt uw koning de zegen geschonken,
en genade bewezen aan zijn gezalfde.

Tweede lezing

Heb. 7, 23-28

Daarenboven, die anderen zijn priesters geworden in grote getale, omdat ze door hun dood verhinderd werden aan te blijven.
Maar Hij bezit een onvervreemdbaar Priesterschap, omdat Hij blijft voor eeuwig.
Daarom kan Hij ook ten allen tijde hen redden, die tot God komen door zijn bemiddeling, daar Hij altijd leeft, om hun Middelaar te zijn.
Een hogepriester als Hij hadden we ook nodig, iemand die heilig, schuldeloos en zuiver is, van de zondaars afgescheiden en ver boven de hemel verheven.
Hij hoeft niet, zoals de andere hogepriesters, elke dag eerst offers op te dragen voor zijn eigen zonden en dan voor die van het volk;
dat heeft Hij immers voor eens en altijd gedaan toen Hij het offer van zijn leven bracht.
De wet stelt mensen aan als hogepriester, en mensen zijn behept met zwakheid, maar met de bekrachtiging onder ede
die later werd uitgesproken dan de wet, is de Zoon aangesteld, die voor altijd de volmaaktheid heeft bereikt.

Evangelie

Mc. 12, 28b-34

In die tijd trad een schriftgeleerde op Jezus toe en legde Hem de volgende vraag voor : ‘Wat is het allereerste gebod?’
Jezus antwoordde: ‘Het eerste is: Hoor, Israel! De Heer onze God is de enige Heer.
Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel, geheel uw verstand en geheel uw kracht.
Het tweede is dit: Gij zult uw naaste beminnen als uzelf. Er is geen ander gebod voorna­mer dan deze twee.’
Toen zei de schriftgeleerde tot Hem: ‘Juist, Meester, terecht hebt Ge gezegd:
Hij is de enige en er bestaat geen andere buiten Hem;
en Hem beminnen met heel zijn hart, heel zijn verstand en heel zijn kracht
en de naaste beminnen als zichzelf gaat boven alle brand ‑ en slachtof­fers.’
Omdat Jezus zag dat hij wijs gesproken had, zei Hij hem: ‘Gij staat niet ver af
van het Koninkrijk Gods.’ En niemand durfde Hem nog een vraag te stellen.