4 november ✝ Maandag in de 31e week door het jaar

Lezingen



H. Carolus Borromeo

Evangelielezing

Lezing

Hymne

1626

Psalmen

1011

Lauden

Hymne

1628

Psalmen

1014

KS

1629

Middaggebed

Hymne

758

Psalmen

1018

KS

1021

Vespers

Hymne

1633

Psalmen

1022

KS

1635

Completen

Hymne

682

Psalmen

1204

H. Carolus Borromeo

bisschop

Carolus werd geboren te Arona (Lombardije) in het jaar 1538. Na beëindiging van zijn studies in de beide rechten werd hij door zijn oom, paus Pius IV, tot kardinaal verheven. Als bisschop van Milaan toonde hij zich een goede herder: meermalen bezocht hij de parochies van zijn diocees en riep hij synodes bijeen; hij vaardigde vele heilzame bepalingen uit en beijverde zich voor het behoud van de christelijke zeden. Hij stierf op 3 november 1584.

Eerste lezing

Fil. 2, 1-4

Broeders en zusters, als vermaning in Christus en liefdevolle bemoedi­ging iets vermogen,
als gemeenschap van Geest, als harte­lijkheid en mededogen u iets zeggen,
maakt dan mijn vreugde volkomen door uw eenheid van denken, uw eenheid in de liefde, uw saamhorigheid en eensgezindheid.
Geeft niet toe aan partijzucht en ijdelheid, maar acht in ootmoed de ander hoger dan uzelf.
Laat niemand zijn eigen belangen behartigen maar liever die van zijn naasten.

Antwoordpsalm

Psalmen 131(130),1.2.3

Heer, mijn hart, niet trots is
niet hoogmoedig mijn blik,
ik zoek niet wat te groot is
voor mij en te hoog gegrepen.

Nee, ik ben stil geworden,
ik heb mijn ziel tot rust gebracht.
Als een kind op de arm van zijn moeder,
als een kind is mijn ziel in mij.

Israël, hoop op de Heer,
van nu tot in eeuwigheid.

Evangelie

Lc. 14, 12-14

In die tijd zei Jezus tot de Farizeeër die Hem aan tafel had genodigd:
‘Wanneer gij een middag‑ of een avondmaal geeft, nodig dan niet uw vrienden,
broers en bloedverwan­ten uit en ook geen rijke buren.
Het zou kunnen zijn, dat zij op hun beurt u uitnodigen en gij het dus terugkrijgt.
Maar als ge een gastmaal geeft, nodig armen, gebrekki­gen, kreupelen en blinden uit.
Gelukkig zult ge zijn, omdat zij het u niet kunnen vergelden.
Het zal u vergolden worden bij de opstanding van de rechtvaardi­gen.’