25 november ✝ Maandag in de 34e week door het jaar

Lezingen


Heilige van de dag

Heilige Andreas Dung-Lac en gezellen

Evangelielezing

Lezing

Hymne

1592

Psalmen

900

Lauden

Hymne

1596

Psalmen

902

KS

1597

Middaggebed

Hymne

758

Psalmen

906

KS

909

Vespers

Hymne

1601

Psalmen

910

KS

1603

Completen

Hymne

682

Psalmen

1204

H.H. Andreas Dung-Lac en gezellen

priester en gezellen, martelaren van Viëtnam

In het vroegere Tonkin, Annam en Cochin-China, de tegenwoordige Socialistische Viëtnamese Republiek, werd reeds vanaf de zestiende eeuw de boodschap van het evangelie verkondigd. De arbeid van de missionarissen bracht rijke vruchten voort. Met korte onderbrekingen van rust en vrede namen de heersers van deze gebieden echter allerlei strafmaatregelen tegen het christelijk geloof. De volgelingen van Christus werden gehaat en vele gelovigen stierven de marteldood. Op 19 juni 1988 werd een klein aantal van hen, namelijk honderdzeventien martelaren, door paus Johannes Paulus II heilig verklaard. Onder hen zijn zesennegentig Viëtnamezen, priesters en leken (mannen en vrouwen), elf Spaanse dominicanen en tien priesters van de Sociëteit van de Buitenlandse Missies van Parijs.

Eerste lezing

Apok 14, 1-3. 4b-5

Ik Johannes, zag toe en zie: daar stond het Lam op de berg Sion, en met Hem honderd vier en veertig duizend, die zijn Naam en de Naam van zijn Vader op hun voorhoofden hadden geschreven.
En ik hoorde een geluid uit de hemel als het geruis van talrijke wateren en het daveren van geweldige donder, maar toch was het geluid, dat ik hoorde, als dat van citerspelers, die op hun citers tokkelen.
En een nieuw lied hieven ze aan voor de Troon, voor de vier Dieren en de Oudsten; niemand kon dat lied leren zingen, dan de honderd vier en veertig duizend, die van de aarde zijn vrijgekocht.
Zij zijn het, die het Lam volgen, waar Het ook gaat. Zij zijn het, die zijn vrijgekocht uit de mensen, Als eerstelingen voor God en het Lam;
In hun mond wordt geen leugen gevonden; Ze zijn zonder enige smet.

Antwoordpsalm

Van de Heer is de aarde en alles wat daar leeft,
de wereld en wie haar bewonen,
Hij heeft haar op de zeeën gegrondvest,
op de stromen heeft Hij haar verankerd.

Wie mag de berg van de Heer bestijgen,
wie mag staan op zijn heilige plaats?
Wie reine handen heeft en een zuiver hart,
zich niet inlaat met leugens.

Zegen zal hij ontvangen van de Heer
en recht verkrijgen van God, zijn Redder.
Dat valt hun ten deel die U zoeken,
die zich tot U wenden – het volk van Jakob

Evangelie

LC 21, 1-4

In die tijd gebeurde het dat Jezus opkeek en zag hoe de rijken hun gaven in de offerkist wierpen,
maar Hij zag ook een behoeftige weduwe die er twee penningen inwierp.
En Hij sprak: ‘Waarlijk, Ik zeg u: die arme weduwe heeft er het meeste van allen ingeworpen.
Die mensen hebben allen iets van hun overvloed bij de gaven voor God geworpen, maar zij offerde van haar armoe alles waar ze van leven moest.’