Schrijf aan de engel van de kerk te Éfeze: Zo spreekt Hij die de zeven sterren in zijn rechterhand houdt en wandelt tussen de zeven gouden luchters: Ik ken uw daden, uw inspanning en uw standvastigheid. Ik weet dat gij slechte mensen niet kunt verdragen. Hen die zich apostelen noemen maar het niet zijn, hebt gij op de proef gesteld en leugenaars bevonden. Ook hebt gij standvastigheid; gij hebt om Mijnentwil zware lasten gedragen, zonder te bezwijken. Maar Ik heb tegen u, dat gij uw eerste liefde hebt opgegeven. Bedenk van hoe hoog gij gevallen zijt. Bekeer u, gedraag u weer zoals vroeger. Zo niet, dan kom Ik naar u toe, en neem uw luchter van zijn plaats, tenzij gij u bekeert. 6Maar dit hebt gij, dat gij de praktijken van de Nikolaïeten haat, die Ik ook haat. Wie oren heeft, hore wat de Geest tot de kerken zegt: Wie overwint, hem zal Ik te eten geven van de boom des levens, die staat in de tuin van God.Â
– Apk 2, 1-7