Bekering van Nineve – Jon 3, 1-10
Nu werd het woord van Jahwe voor de tweede maal tot Jona gericht: ‘Sta op, ga naar Nineve, de grote stad Nineve, en zeg haar
Gebed in de buik van de vis – Jon 2, 1-11
Nu zond Jahwe een grote vis om Jona te verzwelgen. En Jona was in de buik van de vis, drie dagen en drie nachten. En
Jona op de boot – Jon 1, 4-16
Maar Jahwe smeet hevige wind op de zee en er brak op de zee zo een hevige storm los, dat het schip dreigde te breken.
De roeping van Jona – Jon 1, 1-3
Het woord van Jahwe werd gericht tot Jona, de zoon van Amittai: ‘Sta op, ga naar Nineve, de grote stad Nineve, en zeg haar aan,
Homilie op het feest van de Onbevlekte Ontvangenis van de heilige maagd Maria
Negen maanden vóór het feest van Maria Geboorte (8 september) vieren wij het hoogfeest van haar onbevlekte ontvangenis, waarop wij gedenken hoe de vrouw, die bestemd was om de moeder te worden van Jezus, Messias en Gods Zoon, vanaf haar eerste levensbegin door Gods genade hierop was voorbereid. Boven alle mensen uitverkoren om een uitzonderlijke plaats in Gods heilsplan in te nemen, was zij door de Vader vervuld met geestelijke zegening in Christus: zij moest heilig en vlekkeloos zijn voor zijn aangezicht (Ef. 1, 3-4). In haar is bij voorbaat de vloek weggenomen die sinds de eerste zonde op de mensen rustte; omwille van haar Zoon, de overwinnaar van zonde en dood, was zij geen ogenblik in de macht van het kwaad. Zo is de moeder van Jezus het beeld van de kerk, waarvoor de Heer zich heeft overgeleverd om haar tot zich te voeren ‘als een schone bruid, zonder vlek of rimpel of fout, heilig en onbesmet’ (Ef. 5, 26-27).
Abraham en God in drie Personen – Gen 18, 1-8
Eens verscheen Jahwe aan Abraham bij de eik van Mamre, toen Abraham op het heetst van de dag bij de ingang van zijn tent zat.Â
Melchisedek en Abraham – Gen 14, 18-24
En Melchisedek, de koning van Salem, bood hem brood en wijn aan. Daar hij priester was van God de Allerhoogste, zegende hij hem met deze
Homilie bij het Evangelie van maandag 2 december 2024 – Mt. 8, 5-11
Evangelie Mt. 8,5-11 In die tijd toen Jezus in Kafarnaüm aangekomen was, kwam een honderdman naar Hem toe die zijn hulp inriep met de woorden: