Abraham verwezenlijkt de definitie van het geloof, zoals de brief aan de Hebreeën die
verwoordt: “Het geloof is een vaste grond van wat wij hopen, het overtuigt ons van de
werkelijkheid van onzichtbare dingen” (Heb. 11,1). “Abraham heeft God geloofd en dat
geloof is hem aangerekend als gerechtigheid” (Rom. 4, 3). Dankzij deze “kracht van zijn geloof” (Rom. 4, 20)
is Abraham “de vader van allen die geloven” (Rom. 4, 11) geworden.CKK 146
U kan de Catechismus van de Katholieke Kerk ook online raadplegen: Catechismus van de Katholieke Kerk – RK Documenten