22 november ✝ Vrijdag in de 33e week door het jaar

Lezingen


Heilige van de dag

Heilige Cecilia

Evangelielezing

Lezing

Hymne

1644

Psalmen

850

Lauden

Hymne

1647

Psalmen

853

KS

1648

Middaggebed

Hymne

758

Psalmen

858

KS

1651

Vespers

Hymne

1652

Psalmen

861

KS

1653

Completen

Hymne

682

Psalmen

1210

H. Cecilia

maagd en martelares

De wereldwijde verbreiding van de verering van de heilige Cecilia, van wie de naam verbonden is aan een Romeinse basiliek van de 5e eeuw, is te danken aan de legende van haar martelaarschap: daarin wordt zij verheerlijkt als een volmaakt voorbeeld van een christelijke vrouw die uit liefde tot Christus maagd bleef en als martelares gestorven is.

Eerste lezing

Apok 10, 8-11

Ik, Johannes, hoorde een stem, die ik uit de hemel gehoord had, opnieuw tot mij spreken: Ga heen; neem het boekje, dat open ligt in de hand van den engel, die op de zee staat en het land.
Ik ging heen naar den engel en vroeg hem, mij het boekje te geven. En hij sprak tot mij: Neem het en eet het op; voor uw buik zal het bitter zijn, maar in uw mond zal het zoet zijn als honing.
Ik nam dus het boekje uit de hand van den engel, en at het op: in mijn mond was het zoet als honing, maar toen ik het gegeten had, was er bitterheid in mijn buik.
En men zeide tot mij: Ge moet opnieuw gaan profeteren over volken, naties en talen, en over talrijke koningen!

Antwoordpsalm

Psalmen 119(118),14.24.72.103.111.131.

Mijn vreugde vind ik in wat Gij verordent,
dat is mijn rijkste bezit.
Ik neem uw verordeningen ter harte,
zij geven mij goede raad.

De wet uit uw mond is mij meer waard
dan schatten van zilver en goud.
Hoe heerlijk smaken mij uw beloften
Als honing zijn zij in mijn mond;

Mijn erfdeel is altijd wat Gij verordent,
dat is de vreugd van mijn hart;
Mijn mond sper ik hijgend open
Zo hunker ik naar uw geboden.

Evangelie

Lc 19, 45-48

In die tijd ging Jezus de tempel binnen en begon de verkopers er uit te jagen,
terwijl Hij tot hen zei: ‘Er staat geschreven: Mijn huis moet een huis van gebed zijn, maar gij hebt er een rovershol van gemaakt.’
Dagelijks gaf Hij in de tempel onder­richt. De hogepriesters, de schriftgeleerden en de vooraan­staanden van het volk zochten een gelegenheid om Hem ter dood te brengen,
maar zij zagen geen kans om wat dan ook te doen, want al het volk hing aan zijn lippen.