26 februari 2025 ✝ Woensdag in de 7e week door het jaar

Lezingen

Evangelielezing

Lezing

Hymne

708

Psalmen

1040

Lauden

Hymne

709

Psalmen

1043

KS

1046

Middaggebed

Hymne

758

Psalmen

1047

KS

1050

Vespers

Hymne

710

Psalmen

1051

KS

1053

Completen

Hymne

682

Psalmen

1208

Eerste lezing

Sir. 4,11-19

De wijsheid brengt haar zonen groot en zij zorgt voor degenen die haar zoeken.
Wie haar liefheeft heeft het leven lief en wie haar in de vroegte worden met vreugde vervuld.
Degene die haar bemachtigt zal roem als erfdeel krijgen, en waar zij binnenkomt, daar geeft de Heer zijn zegen.
Degenen die haar huldigen dienen de Heilige en degenen die haar beminnen worden door de Heer bemind.
Wie naar haar luistert zal recht spreken over de volken en wie haar is toegedaan zal zich veilig in zijn woning.
Als hij op haar vertrouwt, krijgt hij haar als erfdeel en zullen zijn nakomelingen haar blijvend bezitten.
In het begin bewandelt zij kronkelwegen met hem; zij jaagt hem vrees en angst aan; zij toetst hem met haar tucht, totdat zij zijn gezindheid vertrouwt, en zij beproeft hem met haar bevelen.
Daarna wendt zij zich rechtstreeks tot hem en verblijdt zij hem en openbaart zij hem haar geheimen.
Als hij afdwaalt, laat zij hem los en levert hem over aan zijn ondergang.

Antwoordpsalm

Psalmen 119(118),165.168.171.172.174.175.

Die uw wet beminnen, genieten een heerlijke vrede, En struikelen nooit.
Ik volbreng uw bevelen, Ja, heel mijn leven ligt voor U bloot!
Dan zal een lofzang mijn lippen ontstromen, Omdat Gij uw inzettingen mij hebt geleerd;
En mijn tong zal uw waarachtigheid loven, Want al uw vermaningen zijn gerecht.

Jahweh, ik smacht naar uw heil, En uw wet is mij een verkwikking.
Mijn geest moge leven en altijd U loven
en steunen op wat Gij bepaalt.

Evangelie

Mc. 9,38-40

In die tijd zei Johannes tot Jezus: ‘Meester, we hebben iemand die ons niet volgt, in uw naam duivels zien uitdrijven,
en we hebben getracht het hem te beletten, omdat hij geen volgeling van ons was.’
Maar Jezus zei: ‘Belet het hem niet, want iemand die een wonder doet in mijn Naam,
zal niet zo grif ongunstig over Mij spreken.
Wie niet tegen ons is, is voor ons.