3 januari ✝ Kersttijd

Lezingen



De heilige Naam Jezus

Evangelielezing

Lezing

Hymne

734

Psalmen

850

Lauden

Hymne

735

Psalmen

853

KS

134

Middaggebed

Hymne

758

Psalmen

858

KS

135

Vespers

Hymne

731

Psalmen

861

KS

136

Completen

Hymne

682

Psalmen

1211

Heilige Naam Jezus

Eerste lezing

1 Joh. 2, 29.3,1-6

Vrienden, daar gij weet dat Jezus geheel zonder zonde is, moet gij inzien dat ieder die het goede doet ook kind van God is.
Hoe groot is de liefde die de Vader ons betoond heeft! Wij worden kinderen van God genoemd, en we zijn het ook.
De wereld begrijpt ons niet, en ze kent ons niet, omdat zij Hem niet heeft erkend.
Dierbaren, nu reeds zijn wij kinderen van God, en wat wij zullen zijn is nog niet geopenbaard;
maar wij weten dat wanneer het geopen­baard wordt, wij Hem zullen zien zoals Hij is.
Wie zulk een heil van God verwacht, maakt zich rein, zoals Christus rein is.
Wie zonde doet bedrijft boosheid, want de zonde is de boosheid.
En gij weet dat Christus verschenen is om de zonden weg te nemen, en er is in Hem geen zonde.
Wie in Hem blijft zondigt niet; de zondaar heeft Hem niet gezien en kent Hem niet.

Antwoordpsalm

Psalmen 98(97),1.3cd-4.5-6

Zingt voor de Heer een nieuw gezang,
omdat Hij wonderen deed.
Zijn hand deed zich krachtig gelden,
de macht van zijn heilige arm.

Geheel de aarde aanschouwde,
wat onze God voor ons deed.
Verheerlijkt de Heer, alle landen,
weest blij, verheugt u en zingt.

Zingt voor de Heer bij de citer,
met citer en psalterspel.
Laat schallen trompet en bazuin
en danst voor de Heer, uw Koning!

Evangelie

Joh. 1, 29-34

In die tijd zag Johannes Jezus naar zich toekomen en zei: ‘Zie, het Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt.
Deze is het van wie ik zei: Achter mij komt een man die voor mij is, want Hij was eerder dan ik.
Ook ik kende Hem niet, maar opdat Hij aan Israel geopenbaard zou worden, daarom kwam ik met water dopen.’
Verder getuigde Johannes: ‘Ik heb de Geest als een duif uit de hemel zien neerdalen en Hij bleef op Hem rusten.
Ook ik kende Hem niet, maar die mij gezonden had om met water te dopen, Hij had tot mij gesproken: Op wie gij de Geest zult zien neerdalen en blijven rusten, Hij is het die doopt met de heilige Geest.
Ik heb het zelf gezien en ik heb getuigd: Deze is de Zoon van God.’