Bevroren Gele Stroom
We naderen de lente en de zomer van 1913 in het dorpje Ta-Noor. Onze pater schrijft vele losse berichten zoals over het bevriezen van zijn lange baard op reis, de drukke periode van volksmissies voor Pasen, het dooien van de Gele Stroom, het hervatten van de landbouw, de vlucht van zijn paard Trotter enz…
Vooral blijft hij zeer gehecht aan berichten van zijn familie:
Ge zijdt allen welgekomen met mijn haan in de pot, een hesp aan het mes en nog een zes andere die aan de kepers hangen, eieren en aardappels naar believen en dan nog wel een ‘klakkaart’ op het einde.