En op 2 oktober 1900, na een vlucht van 40 dagen, door de vreselijke Gobiwoestijn, zagen we op de top van een laatste berg, een grote vlakte.
En in de verte aan de voet van een beboste heuvel, zagen we de stad Ourga, waar we zo lang naar verlangd hadden.
We spreken hier half Vlaams, half Engels, half Duits , half Frans en het Russisch leren we er al spelend bij.
En zelfs de Griekse letters en woorden die we nog kunnen, komen ook nog goed te pas.