In de voorbije uitzendingen in de reeks over de Openbaring, hadden we het over de eindbestemming van de mens. Een eindbestemming, waarop elke mens zich tijdens zijn leven hier op aarde voorbereidt. Ongeacht in welke tijd van de geschiedenis iemand leeft, iedereen heeft een persoonlijk levenseinde en bovendien is er een eindpunt voor de mensheid in haar geheel. Dat heeft praktische gevolgen voor onze levenswijze als christen gelovigen. Zo spraken we in de vorige uitzending over de hoop die niet ontgoochelt, want een gelovige bezit Christus reeds, alhoewel nog niet ten volle. Ook de naastenliefde is zo een verwachtende houding: zij brengt Christus dichterbij alhoewel nog niet als een volmaakte vereniging. Lijden en beproevingen die in vereniging met Christus aanvaard en beleefd worden, vervullen onze eindbestemming, zij het ook hier ten dele. En tenslotte brengt ieder apostolaat dat zuiver op Gods eer gericht is, Christus meer in ons hart en in de wereld, maar toch op mensenmaat. We eindigden dan met de bedenking: zijn dat allemaal geen aspecten van ons aller roeping tot heiligheid? Kortom, is een heilig leven of tenminste het verlangen ernaar, niet dé manier om de wederkomst van Christus concreet te verwachten? Hierop gaan we nu dieper in.