Het gezin Regöczi verhuist naar Budapest in grote armoede. De kleine Istvan bespaart geen moeite om elke morgen heel vroeg de Mis te dienen en door zijn behulpzaamheid mee te helpen aan het onderhoud van het gezin.
Wat was ik fier en blij met die rode soutane met witte koorhemd… Ik kon slechts kleine stapjes zetten want ik trapte er voortdurend op en zodra ik knielde, viel ik op mijn gezicht.